Als we de reisgidsen mogen geloven, betekent Oost-Canada: verblijven in blokhutten aan het water, kanoën op ongerepte rivieren, vissen in kristalheldere wateren, kamperen in nationale parken en het tegen zwarte beren beveiligen van proviand. Que faire? Er een jaartje gaan wonen om uit te zoeken of al die clichés wel kloppen! Onze thuishaven wordt Montréal, waar zomers heet zijn en winters barkoud. Draai je uurwerk zes uur achteruit, drink een tas ahornsiroop en reis met ons mee op deze blog.. Een reactie nalaten kan via seynhaeveseel@gmail.com of demeulemeester.jelle@gmail.com.

vrijdag 30 maart 2012

Moet het in een zakske?

Melk wordt verkocht in zakken. Handig is anders.. 
Iets meer dan acht maanden. Zo lang (naar onze mening ‘kort’) huppelen we al door de straten van Montréal. Het lijkt soms alsof we hier al altijd gewoond hebben. En toch moeten we toegeven dat we ons nog steeds verbazen over een aantal gewoontes.  
Wist je bijvoorbeeld dat…
  • je in Canada het rode licht mag (moet!) negeren als je naar rechts wil afslaan. Deze regel geldt zowat overal, behalve in Montréal zelf.
  • de verkeerslichten nà het kruispunt opgesteld staan. Rem dus tijdig als je niet midden op een druk kruispunt voor het rode licht wil staan.
  • voetgangers exact te zien krijgen hoeveel seconden ze nog hebben om de straat over te steken. Je kan maar beter goed inschatten of je de overkant nog tijdig haalt, want de autobestuurders hebben geen geduld.
  • alle gezinnen in Montréal gratis voorzien worden van water. Je hoeft je dus niet schuldig te voelen als je heerlijk lang wil douchen, elke dag een bad wil nemen of het water laat lopen terwijl je je tanden poetst. Lang leve het sneeuwwater!
  • je steevast je schoenen uitdoet als je bij een Canadees op bezoek gaat. 
  • 'mijn frigo is jouw frigo' een vaste spreuk is in elke Canadese huiskamer. Ben je te gast bij een Canadees? Wacht dan niet tot ze je vragen of je iets wil om te drinken en stap gewoon op de koelkast af om een drankje te nemen. 
  • recycleren een haast onbekend begrip is in Montréal. Glas, papier, restafval, … alles gaat in dezelfde zak. Stadsvuilniszakken bestaan trouwens evenmin. Geen grote zak ter beschikking? Plaats dan desnoods twintig kleine plastic zakjes van de supermarkt buiten. Kan perfect! Ons respect voor de vuilnisophalers is groot..
  • plastic flesjes en blikjes kunnen dan weer wel ingeruild worden. Je ontvangt hiervoor welgeteld 0.10 CAD (ofte 0.06 euro)/ flesje. Niemand durft hiervoor naar de winkel te rennen, maar het is wel het ideale tijdverdrijf voor de tientallen daklozen in Montréal. Zij kruipen maar al te graag de vuilnisbakken in op zoek naar lege blikjes frisdrank.
  • supermarkten (en vele andere winkels) elke dag open zijn van 8 tot 23 uur. Zelfs op zondag!
  • de nachtwinkels de toepasselijke naam ‘dépanneur’ dragen. Dit moeten we invoeren in ons West-Vlaamse land, niet?
  • de apotheker eveneens dienst doet als huisarts. De gemiddelde apotheek (ofte ‘pharmaprix’) ziet eruit als een grote supermarkt vol geneesmiddelen en verzorgingsproducten. Je kan er zo goed als alles zonder voorschrift bekomen. Enkel voor een klein aantal geneesmiddelen moet je even een praatje maken met de apotheker.
  • je in elk restaurant gratis water kan bestellen. Meestal hoef je er zelfs niet om te vragen en krijg je sowieso water op tafel.
  • je een ‘doggy bag’ mee naar huis krijgt als je je bord niet volledig kon leeg eten. Geen eten in de vuilnisemmer dus. Hier krijg je gewoon de restjes mee voor de dag nadien.
  • je in zowat elk restaurant zelf je fles wijn of pintje bier mag meebrengen. Het personeel zorgt voor een koelemmer en schenkt maar al te graag je zelfgekozen drank uit. De invoerrechten voor alcohol zijn voor vele restaurantuitbaters te duur, dus lokken ze hun klanten door een bordje ‘apportez votre vin’ voor de deur te plaatsen.
  • je de beste eethuizen herkent aan hun line-up. Zelfs bij temperaturen tot -25°C maken de liefhebbers al lang voor openingstijd hun opwachting voor de ingang.
  • melk en bloemsuiker in plastic zakken verkocht wordt. Het is ons nog steeds niet duidelijk wat daar gemakkelijk aan is.
  • de Canadezen hun koffiebeker nooit loslaten: op de metro, op de fiets, tijdens een wandeling, … altijd en overal hebben ze een beker koffie in de hand.
  • ‘vente de garage’ een prachtige manier is om oude spullen aan de man te brengen. Zowat elk weekend stellen inwoners allerhande weggevertjes tentoon in hun garage of voortuintje. Wij konden op die manier onder meer een eettafel, fietsen en een radio op de kop tikken. Geen zin om ‘winkeltje’ te spelen? Plaats je oude tv, boiler of gasfornuis dan gewoon op straat met een bordje: ‘Emporte moi, je fonctionne!’

vrijdag 23 maart 2012

Lentekriebels

Klik hier om het volledige album te bekijken.
Hoewel de lente pas eergisteren officieel van start ging, kregen we in Montréal al een beloftevol voorsmaakje op een mooi voorjaar.  De thermometer duidde de voorbije dagen maar liefst 26°C aan! Behoorlijk ongewoon voor de tijd van het jaar, maar o zo zalig!

Het begrip ‘als sneeuw voor de zon verdwijnen’ mogen we hier momenteel wel heel letterlijk nemen. De pakken sneeuw en ijs die vorige week nog overduidelijk aanwezig waren in de parken en pleinen krimpen zienderogen in. De lente is in het land en daar zijn de Canadezen niet rouwig om. Snowboots en warme wintermutsen worden maar al te graag omgeruild voor sandalen en een zonnehoed. Ook de natuur herleeft na een lange ijzige periode. In onze tuin kwam de vosspreeuw al even piepen en is een enthousiast koppel roodborstjes op zoek naar het ideale nestplaatsje. Of er nog een nieuwe winterprik komt, valt nog even af te wachten, maar wij namen alvast in stijl afscheid van de koude periode door een terrasje te doen met de voeten in het ijs. Of hoe twee seizoenen verrassend dicht bij elkaar kunnen liggen… 

dinsdag 13 maart 2012

Godallemachtigwatiszeprachtig

Klik hier om het volledige album te bekijken.
Mona Moon Demeulemeester. Zo staat ze ondertussen ingeschreven in de Canadese geboorteregisters. Ons eerste meesterwerk, met korte beentjes, kleine teentjes, een lachend mondje en een pamperkontje. Haar ter wereld brengen was een ‘hell of a job’, maar dat zijn we ondertussen al vergeten. Want o god… wat is ze lief, en mooi, en klein, en zacht, en …

“Misschien moeten we volgende week eens spreken over de bevalling inleiden”, wist de gynaecoloog ons vorige vrijdag nog te zeggen. Wie Seel een beetje kent, weet echter dat ‘geduld’ niet in haar woordenboek staat en dus trokken we op zondagmiddag de Mont Royal op. Baat het niet, dan schaadt het niet. Of die fikse wandeling de oorzaak geweest is van de plotse nattigheid op zondagnacht zullen we nooit weten, maar die zonnige wintermiddag gaat alvast onze geschiedenisboeken in als de laatste met twee.

Het relaas van de bevalling valt jammer genoeg niet zo kort samen te vatten. We onthouden vooral de goeie afloop, maar kunnen niet ontkennen dat we een aantal bange uren doorstaan hebben. Mona besliste namelijk op het allerlaatste moment om zich als sterrenkijker te draaien. Ze is dan ook niet voor niets de dochter van een natuurkundige... De plotse verandering van positie zorgde er evenwel voor dat Seel een aantal keer het bewustzijn verloor, meerdere kotsbakjes gevuld heeft en een uitputtende strijd aanging om Mona alsnog op een natuurlijke manier ter wereld te brengen. Tevergeefs, want het hoofdje van onze kleine meid bleek vast te zitten in de baarmoederhals waardoor haar hartslag voortdurend heel sterk daalde. Hét signaal voor de dokters om geen verdere risico’s te nemen en alles in gereedheid te brengen voor een spoedkeizersnede. Papa Jelle werd aangemaand om zich zo snel mogelijk operatieklaar te maken terwijl Seel het bewijs leverde dat je in crisissituaties een extra taalknobbel hebt. Exact twaalf uur na aankomst in het Royal Victoria McGill University Hospital konden we eindelijk opgelucht ademhalen. Mona liet op maandag 5 maart om 18.13 uur (Canadese tijd) voor het eerst van zich horen en scoorde onmiddellijk de maximumscore op de Apgar-test. Het team van kinderartsen dat stand-by stond voor het geval ze dringende eerste zorgen nodig had, bleek uiteindelijk niet nodig. Zucht…

Ondertussen zijn we al bijna een weekje terug thuis en alles loopt prima. Ze drinkt goed, slaapt als een roosje en ook de pampers zijn goed gevuld. We genoten zelfs al even van een korte wandeling in de eerste lentezon. Dat ons eerste kindje een Québécoise zou worden, hadden we nooit gedacht. Maar nu ze er is, kunnen we onze ogen niet van haar afhouden. We zijn zo dankbaar dat ze ons een blijvende band met Canada zal geven…  En nu? Nu kijken we er heel hard naar uit om onze ontdekkingstocht verder te zetten met z’n drie.

Blogarchief