Als we de reisgidsen mogen geloven, betekent Oost-Canada: verblijven in blokhutten aan het water, kanoën op ongerepte rivieren, vissen in kristalheldere wateren, kamperen in nationale parken en het tegen zwarte beren beveiligen van proviand. Que faire? Er een jaartje gaan wonen om uit te zoeken of al die clichés wel kloppen! Onze thuishaven wordt Montréal, waar zomers heet zijn en winters barkoud. Draai je uurwerk zes uur achteruit, drink een tas ahornsiroop en reis met ons mee op deze blog.. Een reactie nalaten kan via seynhaeveseel@gmail.com of demeulemeester.jelle@gmail.com.

maandag 20 augustus 2012

Québec, je me souviens


Ons mooiste souvenir nemen we straks toch maar veilig mee in onze handbagage.

Québec, je me souviens’. Het staat te lezen op elke autonummerplaat in de provincie  Québec en beschrijft hoe de grote meerderheid van de inwoners hun Franse afkomst in ere tracht te houden. Voor ons zal het motto evenwel eeuwig doen terugdenken aan dertien onvergetelijke maanden abroad. 

Met twee vertrekken en met drie terugkeren. Het lijkt voor ons al alsof het altijd zo moest zijn. Waar ook ter wereld, een lachend stukje Québec in ons midden zal ons zonder het zelf te beseffen keer op keer herinneren aan deze ongelooflijke periode.

Een jaartje vertoeven in Montreal heeft onze liefde voor elkaar en het leven enkel groter gemaakt en daar zullen we hopelijk nog een leven lang de vruchten van dragen. Het valt nochtans niet mee om het wezen van Montreal in enkele woorden te vangen: Zuid-Frankrijk met jetlag? Noord-Amerika met een Frans tintje? Multiculturele metropool? Waar we waarschijnlijk nog het meest van houden, is de uitgesproken dualiteit die telkens terugkeert: "Bonjour/hello", een barkoude winter en een snikhete zomer, een bruisende metropool die na amper een kwartiertje rijden plaatsmaakt voor pure rust in la campagne, een arty en architecturaal imponerend stadscentrum waar de groene plekjes op wonderbaarlijke wijze hun plaats weten te behouden,…. 

Eigenlijk moet je de stad 'beleven' om er een oordeel over te vellen. Als toerist lijkt het wellicht een metropool zoals vele anderen, maar als je er eenmaal woont, leer je de vele gezichten kennen: de hulpvaardigheid van de inwoners, de groezelige gezelligheid in de steegjes, de brede avenues overspannen met esdoorngebladerte, de verborgen parken en pleinen gevuld met straatmuzikanten, spelende kinderen en genietende passanten, de traphuisjes die pure gastvrijheid uitstralen, een imposant en bruisend dowtown overgoten met een immer blauwe hemel en stralende zon (zelfs als het -30C is), een gastronomie die nergens in Noord-Amerika haar gelijke kent en vooral... een joie de vivre die we heel graag in Belgie willen behouden.

Montrealezen 'leven' hun leven en daar kunnen we nog veel van leren. Want geef toe... Willen wij Belgen niet al te vaak het leven leiden van anderen? We kopen dingen die we niet nodig hebben met geld dat we niet hebben om indruk te maken op mensen die we eigenlijk niet kunnen uitstaan. Het is de bottomline van het boek van ene Michael Foley, maar het is pas hier en nu dat we zijn woorden voor waar aanhoren.  Het kan de gemiddelde Montrealees geen moer schelen met welke auto de buurman rijdt. Dat hij goeie vrienden en familie rond zich heeft om samen van het leven te genieten, is veel belangrijker. Zelfs op de werkvloer kreeg Jelle het vaak te horen: "les gens sont le plus important, le seul vrai investissement qui en vaut la peine". 

Ook wij hebben dit jaar geleerd wie onze vrienden zijn en hoe belangrijk familie is. We kijken er dan ook naar uit om op gepaste Belgische wijze de banden opnieuw te smeden. Anderzijds durven we in alle eerlijkheid zeggen dat we niets gemist hebben uit Belgie. We hebben een jaar lang 'ons' leven geleid, zonder agenda, zonder een aandachtvragende gsm en zonder verplichte nummertjes. Een zalige tijd die we eeuwig zullen koesteren!

Wie onze volledige filosofie wil aanhoren, hoeft alvast niet lang meer te wachten. Er resten ons nog slechts enkele uren op Canadees grondgebied. Als alles goed gaat, stappen we morgenmiddag om 17.30u op het vliegtuig richting Belgie. Rekening houdend met het tijdverschil landen we woensdag 22 augustus om 6.30u Belgische tijd in Zaventem. Wat daarna volgt, is ook voor ons nog een groot vraagteken. Of onze avonturen opnieuw een blog waardig zullen zijn, staat buiten kijf. Maar ditmaal vertellen we de verhalen misschien toch liever live bij een lekker Belgisch biertje.. 

Alvast een welgemeende merci aan de vele blogvolgers. U was een fijn publiek! 

maandag 13 augustus 2012

Save the best for last

Klik hier om het volledige album te bekijken.
Na een jaar vol onvergetelijke reizen wordt het moeilijk om onszelf nog te overtreffen. En toch.. onze laatste trip door New Brunswick en Nova Scotia was veruit de mooiste.  De twee atlantische provincies worden nochtans het minst door toeristen bezocht. Helemaal onterecht, want de Hopewell Rocks en Cabot Trail verdienen terecht een plaats op de lijst van werelds mooiste natuurverschijnselen.

Het was amper 4u ’s ochtends toen we vertrokken, maar toch kregen we al een aardige 24 °C te zien op de boordcomputer van onze auto. De temperatuur daalde de voorbije weken slechts zelden onder de 25 °C in Montreal, waardoor we het eigenlijk helemaal niet erg vonden om naar het iets frissere oosten te trekken. We noteren een rit van bijna  4000 km, doorkruisten drie provincies en twee verschillende tijdzones, zagen 5 elanden, een prachtexemplaar van de Pileated Woodpecker en een slechtvalk die slechts luttele meters boven ons hoofd raasde. Missie meer dan geslaagd (al was het zien van een zwarte beer natuurlijk ook leuk geweest)!

Onze eerste halte in New Brunswick was al meteen een voltreffer. De provincie heeft dan ook vooral voor natuurvrienden veel te bieden: grillige rotskusten gevormd door machtige getijdenstromen, fijnkorrelige zandstranden, gemengde loofbossen en schilderachtige eilanden. De spectaculaire getijdenwerking is al merkbaar zodra je langs de Fundybaai rijdt, maar het is pas in het Fundy National Park en de Hopewell Cape dat we echt met onze neus op de feiten werden gedrukt. Op sommige plaatsen is het verschil tussen eb en vloed er maar liefst 18m (!). Je houdt dus beter een getijdenkaart bij de hand als je niet verrast wil worden door dit fors natuurgeweld. Na een eerste verkennende dagtocht in Fundy NP trokken we verder richting de Flowerpot Rocks, waar de Fundytijden zonder twijfel het indrukwekkendst zijn. Bij eb kan je er zelfs op de drooggevallen ‘ocean floor’ wandelen en de enorme ‘bloempotten’ van dichtbij bekijken. Behoorlijk impressionant als je weet dat ze enkele uren later enkel nog als kleine eilandjes boven het wateroppervlak uitsteken.

Voor het vervolg van onze trip trokken we de grens over richting Nova Scotia, waar de Mi’kmaq-indianen nog steeds ruim vertegenwoordigd zijn. De culturele en historische hoogtepunten op het schiereiland lieten we evenwel naast ons liggen. Cape Breton Island was ons doel en daarvoor hadden we nog behoorlijk wat kilometers af te leggen. Onze laatste dagen wilden we namelijk spenderen langs een van de mooiste kustwegen ter wereld. De Cabot Trail staat zowat overal omschreven als het hoogtepunt van een reis door Cape Breton, maar voor ons verliep de start toch ietwat in mineur: een lekke band op een van de meest afgelegen plaatsen, een gsm zonder ontvangst en in de verste verte geen enkele garage te bespeuren... Gelukkig wisten enkele motorijders ons te vertellen dat er op het uiterste punt van het eiland een bandencentrale te vinden was. In het –overigens charmante – dorpje Cheticamp werden we uiteindelijk in een spoedtempo geholpen, waardoor we zonder al te veel tijdverlies onze route konden verderzetten. Wat volgde was een aaneenschakeling van postkaartprenten. Achter elke bocht werden we overdonderd door de opzienbarende natuur van Cape Breton Island. De landschappen bieden er een caleidoscoop van contrasten en kleuren: lucht en water in diep mediterraan blauw, kuststroken met grijsrode steile wanden, glinsterende meren, witte rotsen en diepgroene heuvelachtige weilanden. Als we ooit oud en wijs zijn, dan komen we hier misschien wel wonen. Maar eerst genieten we nog van een laatste weekje Montreal en keren we vol energie terug richting Belgie om er een nieuw avontuur te starten..

Blogarchief