Klik hier om het volledige album te bekijken. |
De naam – Ontario is naar verluidt een
Irokees woord dat ‘glinsterend water’ betekent – is alvast goed gekozen: de provincie
herbergt maar liefst 250.000 meren en 60.000 rivieren. De vele natuurgebieden
tonen bovendien een ongeziene rijkdom van fauna en flora. Een stop in Algonquin
Provincial Park mocht dus niet ontbreken. Het park staat bekend als het
belangrijkste kanogebied in het oosten van Canada, maar aangezien Mona nog niet
in een reddingsvestje past, hielden we het bij een tweedaagse voettocht op de
Booth’s Rock Trail en Lookout Trail. Geen straf, want op de route maak je behoorlijk
wat kans om wild te spotten. Een half uur voor wij aan de tocht begonnen,
merkten enkele vroege wandelaars zelfs een zwarte beer op. Tot grote spijt van
ons mannelijk reisgezelschap moesten wij het evenwel zonder spectaculaire
ontmoetingen doen. Een koude wind en een plaag van zogeheten black flies verplichtte ons overigens om vaart te zetten achter onze tocht. In een poging
de steekvliegen te verslaan, startte Sien die avond dan maar een zonnedans rond
het kampvuur. Het heeft z'n effect alvast niet gemist: de dagen nadien werden we verwend
met temperaturen tot ver boven de 20 graden. Een ideaal weertje om onze route
verder te zetten richting het Bruce Peninsula National Park.
De oversteek van de Manitoulin Islands
naar Tobermory kan je op zich al een avontuur noemen. Met een veerboot vaar je
voorbij honderden kleine eilanden, veelal prive-eigendommen van de Canadese high
society. Benijdenswaardig, maar echt jaloers word je pas als je het
natuurgebied rond de indrukwekkende, bij Lake Huron behorende Georgian Bay
nadert. Kristalheldere meren, kale granietrotsen, sprookjesachtige moerassen, uitgestrekte
bossen, idyllische kustplaatsjes, ... Het lijkt wel de hemel op aarde. Een van
de mooiste wandelpaden in het gebied is de Bruce Trail, een 780 kilometer lang
pad dat loopt van Queenston tot de Niagara Falls. Net iets te lang om met een
buggy te doorkruisen, dus besloten we bij de lokale bevolking te polsen naar de
must-sees op de route. Dat het ons zou leiden naar een jamsessie met een
80-plusser achter het keyboard, een overjaarse hippie met Johnny Cash-stem en een
manwijf met accordeon, tart elke verbeelding. Veel wijzer zijn we er niet op
geworden, maar wie ooit in het plaatsje Lion's Head komt, moet beslist iets
eten in cafe-restaurant-bakker-en repetitieruimte Rachel's. De sfeer die er
heerst, valt niet in woorden te vatten. Dit moet je zelf gezien hebben!
Na een overnachting bij een mapleboer
kwamen we alsnog te weten dat The Grotto en Indian Head Cove de Bruce-toppers waren.
Niets gelogen, want er wachtte ons een waar paradijs voor natuurliefhebbers en
een ideale plaats voor een middagje zonnebaden. Pieterjan waagde zich zelfs aan
een duik onder The Grotto. Slechts five feet onder (ijs-)water zwemmen hadden
ze hem verteld, maar dat leek opnieuw een zware misrekening. Verpleegster Sien
weigerde zelfs om foto's te nemen van de waaghalzerij uit schrik dat PJ zwaar
onderkoeld zou terugkeren en ze dus maar beter klaarstond om de eerste zorgen
toe te dienen. Overbodig, want we kregen een goedlachse jongen mee richting
onze volgende stop: Wasaga Beach. Het langste zoetwaterstrand ter wereld trekt
in de zomer een massa toeristen, maar wij konden er in alle rust genieten van
een prachtige zonsondergang en een verfrissende duik in de ochtend. We waren klaar
om de eenzame wegen achter ons te laten en koers te zetten richting de meest
toeristische halte van onze trip: de Niagara Falls. Het is er op de koppen
lopen, maar als je er dan toch bent, kan je maar beter all the way gaan en
een ticket bemachtigen voor de wit-blauwe bootjes. De Maid of the Mist brengt
je namelijk tot vlak bij de Horseshoe Falls. Het geraas van het neerstortende
water maakt ieder gesprek op dat moment onmogelijk. Er dalen zelfs zulke hevige
buien op de passagiers neer dat iedereen kletsnet het dek verlaat. De blauwe
regenponcho's zijn niet voor niets in de prijs inbegrepen. Dat dit grandioos
natuurlijk schouwspel het mooist is vanaf de Canadese kant, kunnen we volmondig
bevestigen. De Amerikanen moeten het stellen met een zigzaggende trap die leidt
naar de voet van de American Falls. Niets in vergelijking met het zicht dat je
hebt als je van bovenaf naar de Canadese Horseshoe Falls kijkt. Dit gezegd
zijnde, smulden we onze laatste marshmallows op bij het kampvuur en kropen we
vroeg onder de wol. Er wachtte ons immers een lange terugrit richting Montreal.
Na een rustdag vervolgden Sien en
Pieterjan hun trip nog wat meer naar het oosten. Ze vertoefden onder meer in PN
Mont Saint Bruno, bakten bruin in PN d'Oka, plukten bloemetjes in Ile de
Boucherville, gingen walvissen spotten (met succes!) in Tadoussac, verloren hun
hart in Anse Saint Jean, verdwaalden in de pracht van de fjorden in Saguenay en
brachten een bezoek aan Quebec. Wie de verhalen achter deze avonturen in detail
wil horen, kan zich aanmelden in de Emile Bockstaellaan in Brussel.